Als ik met de feeder vis, blijf ik meestal zo'n twee uur op een plek. Als er dan geen beet is, verplaats ik het haakaas. Zo ook vandaag: op de eerste stek geen enkel teken van leven. Dan maar door naar plek twee. Helaas, ook daar bleef het stil. Intussen verschenen er een paar karpervissers, maar zij pakten rond twee uur alweer hun spullen in — kennelijk hadden ze het geduld niet meer.
Ik besloot het anders aan te pakken: een methodfeeder met een onderlijntje van 10 cm, haakmaat 10 en een klein 10 mm boilietje. Ik wierp hem zo’n vijf meter links van me, dicht langs de kant. Dit was mijn laatste poging, want rond half vijf is het meestal opruimen geblazen.
En ja hoor — kwart voor vier schoot de top ineens krom. De vis schoot richting het riet, maar ik kreeg hem er vrij eenvoudig vandaan. Al snel zag ik dat het om een schubkarper ging — tegenwoordig zeldzaam in deze put. Na nog een laatste poging om los te komen gleed hij uiteindelijk over het koord van mijn landingsnet.
Pfff, eindelijk! Na uren zonder actie is zo’n moment extra mooi. Maar ja, dat hoort er nu eenmaal bij als je op karper vist: veel wachten, soms twijfelen, en dan ineens... die ene run die alles goedmaakt.
💬 Mail ons!
Heb jij een tip of opmerking? Mail naar de redactie: [email protected] of bel 0341-798 298