- Geschreven door Gerwin Peelen, Ellen Kamphorst, Omroep Gelderland
Fusieruzie: zo liep het uit de hand tussen deze Gelderse politici

John Berends en Eppie Klein. Foto: Bewerking Omroep Gelderland/Foto's: Omroep Gelderland en Provincie Gelderland
- De relatie tussen commissaris van de Koning John Berends en de waarnemend burgemeester van Scherpenzeel Eppie Klein is ernstig verstoord, dat blijkt uit onderlinge appjes en mails. Die zijn door Omroep Gelderland via de Wet openbaarheid bestuur (Wob) opgevraagd.
Het begint allemaal op 6 juli, de dag dat de Gelderse politiek een oordeel velt over het voornemen van de provincie om Scherpenzeel te laten fuseren met Barneveld. Een meerderheid stemt voor de herindeling, tot afschuw van het Scherpenzeels college.
Klein verstuurt kort voor die vergadering een mail aan de Gelderse politiek met de oproep: doe het niet. De inhoud van die mail schiet bij Berends volledig in het verkeerde keelgat. Hij noemt de brief zeer ongepast. Saillant detail: Klein werd door Berends aangesteld als waarnemend burgemeester in Scherpenzeel als opvolger van een andere waarnemer: Harry de Vries.
Iets niet in de haak
Klein zegt later dat hij informatie had dat er iets niet in de haak was én dat hij dat kort voor het debat in handen kreeg. Daarom stuurde hij de brief.
Uit het Wob-verzoek lijkt nu duidelijk te worden om welke info het gaat: een mail van een ambtenaar van de provincie, die per abuis naar Scherpenzeel wordt gestuurd.
In die mail op de zondag voor het debat schrijft de ambtenaar: 'Ik ga er nog steeds vanuit dat wij iets op moeten schrijven voor Jan (Markink, red.) en de commissaris. Munitie om (kritische) vragen van Statenleden te weerleggen en munitie om de financiële stabiliteit van Scherpenzeel in twijfel te kunnen trekken. Geen officieel stuk dat naar de Staten gaat.'
Dit kwam naar boven door een wob-verzoek van de SP.
Klein en Berends om tafel
Dat is het éne verhaal, maar er is nog een tweede verhaal. En dat gaat over de brief zelf die Klein stuurde aan de Gelderse politiek. Twee dagen na die bewuste vergadering zitten Klein en Berends om tafel. Berends schrijft over die ontmoeting later dat Klein 'ernstig in verlegenheid is gebracht door de brief'. Opvallend: want die brief is ondertekend door Klein, maar de zinsnede wekt de indruk dat Klein de brief niet zelf heeft verstuurd. Klein ontkent dat én zegt dat vooral de interpretatie hem ernstig in verlegenheid heeft gebracht.
Maar daarna is de kous allerminst af: Berends wil nog een keer in gesprek, Klein houdt dat af. En dat zorgt voor verhitte appjes én leidt uiteindelijk tot een waarnemend burgemeester die zegt: ik voel me onveilig.
De verhitting begint met een mail van Klein aan Berends. Het gaat constant om de brief van 6 juli en de vraag of Klein die wel zelf geschreven heeft.
Wie schreef de brief?
In andere uitingen benadrukt Klein dat hij achter de brief staat en ontkent hij dat de brief buiten zijn medeweten door een ambtenaar is verstuurd. In de mail halverwege juli aan Berends zegt hij geen verdere openheid van zaken te willen geven, geen details naar buiten te brengen. Met die transparantie is volgens hem niemand gediend. Berends is het daar hartgrondig mee oneens.
Dan - na die mail in juli - is het spel op de wagen en ontspint zich het volgende app-gesprek.
Voor de leesbaarheid worden delen van de appjes getoond. De volledige berichten zijn in handen van Omroep Gelderland.
BZK staat voor Binnenlandse Zaken. Volgens Berends is het een integriteitskwestie en moet hij daarom het ministerie informeren. Klein reageert een dag later.
Een eerste reactie van Berends wordt door hem verwijderd. Uiteindelijk wil hij nogmaals in gesprek met Klein. "Je begrijpt dat ik niet zomaar contact zoek. Hoor graag wanneer wij elkaar wel kunnen ontmoeten." Drie dagen later is de toon van Berends een stuk minder vriendelijk.
Klein loopt op dat moment dichtbij huis op het Pieterpad. Zijn reactie:
Een uur later reageert Berends:
Daarnaast is er nog iets, blijkt uit de Wob-stukken: de Scherpenzeelse oppositie. Zij hadden een vertrouwelijk gesprek met Klein, maar ze deelden na dat gesprek hun zorgen met de commissaris. Ze hadden eerder aangeklopt omdat ze zich door Klein buitenspel gezet voelen. In die mail staat ook dit:
Hoewel dhr. Klein expliciet heeft aangegeven de mail niet te hebben geschreven én niet te hebben verstuurd, heeft hij ook ons tot twee keer toe verzekerd de door u geadviseerde en door ons gevraagde transparantie niet te gaan geven.
Ondertussen is het september en dringt Berends nogmaals aan om de kwestie – inclusief de details over het versturen van de brief – openbaar te maken.
Passsages van de brief:
Maar die afspraak van 9 september gaat niet door. Klein wil niet meegaan in wat volgens hem het beeld is 'dat hij op het matje' wordt geroepen. Dat staat in passages uit de volgende mail, waarin Klein zelfs zegt dat hij zich onveilig voelt.
In een latere mail gaat Klein er nog dieper op in: 'Het is nu juist de manier waarop u aan mij schrijft en de zaken samenvat en verwoord die de kern raakt. U weet mijn kwetsbaar en open schrijven samen te vatten op een manier die afleidt van hetgeen ik werkelijk schrijf.'
Vorige week wilde Berends tijdens de Statenvergadering nog niet te diep op de materie in gaan, want hij wil eerst een gesprek met Eppie Klein. Dat gesprek zou volgens Berends op korte termijn moeten plaatsvinden.
Tegelijkertijd speelt de hele herindeling ook nog: de zaak ligt nu bij het ministerie.