Stille getuigen
Afgelopen zaterdag was ik in Museum Elburg. Tot en met 19 mei vertelt de tentoonstelling ’40-’45 in objecten’ hier over het spanningsveld tussen onrecht en vrijheid van de Tweede Wereldoorlog. Niet met pompeus museumgekletter, maar met vijftig soms zeer alledaagse voorwerpen. Een koffer, een brief aan een naaste. Een telefoon, een portemonnee. Stuk voor stuk objecten die zelf niets lijken te zeggen en toch getuigen van een levensgevaarlijke strijd tegen onrecht, onderdrukking en kwaadaardigheid.
Het eerste object dat ik tegemoet kom in de Kloosterkapel is verbonden aan de familie Van Zeeburg. In hun Doornspijker boerderij lieten zij Joodse onderduikers schuilen voor het onheil dat buiten op hen wachtte. De Yad Vashem-penning werd aan hen toegekend als niet-Joden die tijdens de Holocaust Joodse levens redden. Met daarbij een luchtpostbrief uit Jeruzalem, als extra tastbare erkenning van hun moedige strijd, voor de (Joodse) vrijheid die op op dat moment met uitsterven bedreigd werd.
Oerwil en waardigheid
Al even indrukwekkend is het verhaal van de Doornspijker tweeling Bertus en Henk Klein, geboren in december 1944. Veel te licht, veel te vroeg, nauwelijks levensvatbaar. Het ziekenhuis was door een bombardement onbereikbaar. In een houten couveuse, overgedragen door een gezin uit Oldebroek, overleefden de broers twee cruciale maanden lang en konden ze opgroeien tot de tachtigjarige mannen die ze nu zijn. Hun couveuse staat niet voor curiositeit, maar symbool voor de menselijke oerwil te overleven.
Aan het eind van mijn reis langs alle objecten werd ik getroffen door een beeld dat de bevrijding van Elburg in één moment vangt. Jongens op een jeep, omringd door een massa Elburgse mensen. De foto is ondanks zijn antieke status erg kleurrijk, maar z’n betekenis is des te zwart-witter. Het is een treffende illustratie van herwonnen vrijheid, als licht dat weer doorbreekt in het het gitzwarte duister van onrecht. Geschoten in de milliseconde waarin vernedering plaats maakte voor waardigheid. Het moment waarop vreugde, realisatie en overleving samensmolten tot alles hetgeen we op deze vijfde mei koesteren en vieren.
Kiezen voor niets vanzelfsprekends
Een herinnering flitst door mijn gedachten. Hij is al van even geleden want mijn dochter kon hierin nog niet lopen. Samen zijn we op Kop van ’t Ende. De lucht is stil. Zij zit in haar wagen, met haar knuffel Aapie dicht tegen zich aan. Ze kijkt kalmpjes naar wat eendjes in de verre verte. Geen sporen van oorlog in haar lijf, geen flard van onrecht op haar netvlies. De vrijheid die ik met haar -juist daar- ervaar is in werkelijkheid allesbehalve vanzelfsprekend. Was het niet met het ontstaan van bevrijdingsdag in gedachten, dan wel met alle vrijheid die op dit moment vernietigd wordt. Zelfs in landen die gebouwd en verenigd zijn op de garantie van vrijheid.
De objecten in Museum Elburg bieden een waardevolle reflectie op een tijd in ons land waarin vrijheden te bestaan elke dag werden vermoord. Daarmee resoneren ze ook naar vandaag en de toekomst. Want hoezeer we ook tegen (het bestaan van) bepaalde vrijheden gekant zijn, door ze te onderdrukken komen we altijd terecht in de greep van onrecht. Niet na een plots, donderend decreet bij heldere hemel, maar na het negeren van een insluipende, zacht schrijdende onverschilligheid. Tot onrecht weer volledig gerechtvaardigd is. Tot het weer echt te laat is.
De tentoonstelling is dus geen eindpunt, maar een tussenstation. Door naar Museum Elburg te gaan kunnen we zien, luisteren en onszelf afvragen waar ook wij vandaag de dag naartoe willen gaan. En daarmee kiezen. Niet per definitie voor een modieus ideaal of een heroïsch verhaal, maar voor vrije medemenselijkheid. Zoals de mensen aan wie deze voorwerpen toebehoorden dat ook deden. Omdat zij instinctief aanvoelden dat de strijd tegen onrecht hen de meest vrije doorgang naar de menselijke overleving zou verschaffen.
Daarom. Leve de Koningin. Leve de vrijheid. Hoera, hoera, hoera.
💬 Mail ons!
Heb jij een tip of opmerking? Mail naar de redactie: [email protected] of bel 0341-798 298